De Australian Cobberdog

De Australian Cobberdog


De Australian Cobberdog is het eerste ras ooit ontwikkeld om de mens de dienen als therapie- of (psycho-sociale) hulphond. Dit betekent dat fokkers nauwgezet selecteerden op de kwaliteiten die een hond geschikt maken voor deze taak.


Stabiel, vertrouwen in mensen, gelukkig, loyaal, zelfzeker en sociaal, welwillend, observerend en past zich makkelijk aan nieuwe situaties en omgeving aan. Makkelijk te trainen, maar kunnen de indruk geven koppig te zijn als ze niet goed weten wat er van hen verwacht wordt. Vitaal, energetisch en speels in vrijheid, doch zacht en ingetogen in de hand. Dit ras kan de mensen die hem omringen het gevoel geven intuïtief hun emotionele toestand en fysieke beperkingen aan te voelen, en er gericht op te reageren.  De Australian Cobberdog is een makkelijke hond om mee samen te leven, een ideale gezinshond en uitstekend als psycho-sociale hulphond voor mensen met speciale noden.


Gebruiksherkomst

Hoe, waar en waarom een bepaald ras ontwikkeld is, leert ons veel over de aangeboren kwaliteiten van dat ras.

De Australian Cobberdog heeft een relatief korte geschiedenis, aangezien het een nieuw ras in ontwikkeling is, sinds 2012. Alle rassen die gebruikt zijn om de Cobberdog te creëren daarentegen, hebben elk hun eigen voorgeschiedenis.  Als we deze van korterbij bekijken, zien we dat de voorouders van de Cobberdog voornamelijk behoren tot FCI groep 8: Retrievers, Spaniels en Waterhonden en FCI groep 9: Gezelschapshonden. Dit betekent dat de betovergrootouders van jouw Australian Cobberdog, gebruikt werden voor de jacht en apporteerwerk, en, meer specifiek, om in en rond het water te werken. De Poedel, een vast ingrediënt van de Cobberdog, was ooit ook een trouwe jachthond, maar eindigde in de groep van gezelschapshonden.


Alle rassen die deel uitmaken van de Australian Cobberdog, hebben gemeenschappelijk dat ze werklustig en welwillend zijn, tolerant t.o.v. soortgenoten en over het algemeen speels en heel zachtaardig, wat hen ideaal maakt als gezinshond.

Gevolgen voor opvoeding en training

De natuur van een hond is sterk. De grootste en belangrijkste factor in het gedrag, karakter en temperament van de hond, is aangeboren en ligt dus vast van bij de geboorte. Van het kleine stukje dat we nog kunnen beïnvloeden, is slechts een paar procent te sturen d.m.v. doelbewuste training. Al de rest wordt bepaald door ervaringen die de hond opdoet, onbewust leren, imitatie van andere honden, enz.


Wil dit zeggen dat opvoeding en training niet belangrijk zijn? Nee… Het wil enkel zeggen dat de selectie van de juiste hond voor jou, van het juiste ras, uit de juiste bloedlijnen en de juiste ouders, een zeer voorname eerste stap is. Het in tweede instantie  verder verfijnen van kwaliteiten die in wezen aanwezig zijn, is veel makkelijker en bovendien ook eerlijker t.o.v. de hond. Een hond iets aanleren dat ingaat tegen zijn natuur, is niet fijn.

Opvoeden =

het aanleren van grenzen (van zichzelf, anderen en de omgeving), geduld, zelfbewustzijn en zelfcontrole, sociale vaardigheden, hoe om te gaan met nieuwe prikkels en hoe zich aan te passen aan een nieuwe omgeving. Dit zijn zaken die elke mens en elk dier moet leren. Als je de juiste puppy kiest, zal hij/zij zich makkelijker kunnen  aanpassen aan jouw leefstijl en zal hij/zij makkelijker aan jouw verwachtingen kunnen voldoen.

Trainen =

een manier om te communiceren en de wereld van je hond voorspelbaar te maken. Voorspelbaarheid brengt zekerheid en rust. Door de hond simpele oorzaak-gevolg regeltjes aan te leren, zal hij zich beter voelen én kan je hem makkelijker sturen en controleren.  We kunnen onze hond aanleren welk gedrag we wanneer verwachten, en dat het stellen van het gewenste gedrag in zijn voordeel is. Dit wetende, kan je je inbeelden dat simpele gehoorzaamheidstraining de relatie tussen hond en geleider ten goede komt. Als bonus zal je hond meer aandacht hebben voor jou en extra zijn best doen, aangezien hij de signalen (bevelen) niet wil missen die aanleiding geven tot een beloning (positieve bekrachtiging). Kort gezegd: train je hond!

Speciale noden en aandachtspuntjes

Elk ras heeft zijn aandachtspuntjes, als het gaat over gezondheid, bouw, vachtverzorging,…


  • De Australian Cobberdog is een gezond maar gevoelig ras. Doorgaans zullen ze kleine ongemakken snel en duidelijk tonen. Pijnlijke oren, een beetje jeuk hier of daar,… als je je hond kent, zal je zijn signalen opvangen. Een algemene regel: gedraagt je pup zich anders dan anders en heb je er geen verklaring voor, ga dan naar de dierenarts. Speel op veilig. Een extra bezoekje aan de dierenarts is ook goed te verantwoorden in het kader van gewenning en socialisatie. Even wegen, op de onderzoekstafel, oortjes kijken, hartje luisteren,… en snoepje!


  • Vachtverzorging is een punt. Het is belangrijk om ogen, oren en sanitaire zones proper te houden. Houd ook de vachtconditie nauwlettend in de gaten en gebruik de juiste shampoo en conditioner. Je Cobberdog zal regelmatig een knipbeurt nodig hebben. Gewenning vanaf jonge leeftijd aan een trimtafel, aangeraakt worden, het geluid van scharen, tondeuse en waterblazer of haardroger is zéér belangrijk. Dankzij vroege gewenning, zal je pup later relax op de trimtafel staan.


  • Een Cobberdog kan zich enorm hechten aan zijn baasje(s). Probeer je hond van jongs af aan te laten wennen aan meerdere ‘verzorgers’ en vraag aan familie en/of vrienden om eens met je pup te gaan wandelen. Zo leren ze zich ook door anderen te laten (bege)leiden. Je kan niet altijd thuis zijn en je hond kan niet altijd mee. Daarom is benchtraining vanaf jonge leeftijd aan te raden, zodat je pup leert even rustig alleen te blijven. Pups hebben snel door dat ze veilig zijn in de bench en dat baasje altijd terugkomt!

De ACD verpakking


De Australian Cobberdog bestaat in verschillende maten en kleuren, die hem 'af' maken.

Wij fokken Australian Cobberdogs in de maten mini, medium en standaard, aangezien elke maat zijn voordelen heeft.

Ook de kleuren die wij fokken zijn niet 'zomaar' zuiver esthetisch.


De mini is klein en licht genoeg om op bed of schoot te liggen. Een standaard kan dankzij zijn grootte ten dienste staan van bvb. een rolstoelgebruiker. De lichtere vachtkleuren zijn ideaal in het werk met kinderen, zeker in combinatie met groene en licht amberkleurige ogen. Een persoonlijke hulp- of assistentiehond met een donkere kleur, wordt minder vaak gestoord tijdens zijn werk. Als gezinshond, is kleur, maat en vachttype slechts een kwestie van persoonlijke voorkeur. Wij houden rekening met voorkeuren, maar in de praktijk betekent het vaak langer wachten op een pup, als je niet flexibel bent wat uiterlijk betreft. Wij fokken niet specifiek op kleur en kunnen ook niet fokken op bestelling...